Vrijdag 25 september, er is inderdaad een zuidelijke wind, een ‘plezante’ wind van 3 tot maximaal een kleine 4 Bft. Opgetogen zeilen wij weg uit de haven Kardhamila op weg naar Tavari op Lesbos. Een kleine 30 zeemijl verder. Alleen het is nog steeds een beetje bewolkt, maar die hangt boven Chios, daar hebben we toch geen last van!? Ver voor ons zien we Lesbos.
Al gaande, wakkert de wind wat aan, naar 6-7 Bft, ook de zee golft mee. En boven ons pakken de wolken zich samen tot een dichte brei. We zien Lesbos niet meer, en de regen grijpt zijn kans en stort op ons neer. Nu stappen alle stuurlieden (ook de ervaren zeemannen) aan de kant, om schutting te zoeken onder de buiskap en laten het sturen over aan ‘AUTO’ (synoniem voor Otto?). Gelukkig dempt de straffe regen de golven enigszins, zodat AUTO zijn opgedragen taak ook naar behoren uitvoert. Zo gebruiken we gedrieën, al staande onder de buiskap, onze verlate lunch. Dit heet ‘echt genieten’! Toch?
Gezien de strakke wind lijkt het niet verstandig om aan te leggen bij het huis van mijn broer in de baai van Tavari, maar dragen AUTO op om ons naar Apothika te brengen. AUTO gehoorzaamt gedwee en zo zeilen we de baai van Kalloni binnen. Waar mijn broer, Akul, ons opwacht met zijn limousine en ons als nog naar Tavari (lees Ithaka) brengt.
“Houd Ithaka wel altijd in gedachten.
Daar aan te komen is je doel.
Maar overhaast je reis in geen geval.
‘t Is beter dat die vele jaren duurt.”
Homerus Odyssee
Wij hebben het Volbracht.
(Of te wel: Luna heeft ons veilig en comfortabel naar ons doel gebracht).
………………………..
Ps. Dit stukje is geschreven vanuit Tavari, waar ik heerlijk, droog en in de veilige beschutting van het huis van mijn broer schuil voor de felle noordenwind (en straffe regen) die Lesbos teistert. Terwijl mijn mede zeil kompanen plichtsgetrouw over Luna waken die in de baai van Kalloni bij het plaatsje Apothika, voor anker ligt met een noordenwind van 40-45 knopen. (Zonder bijboot, aangezien zij, uit voorzorg, de bijboot maar aan wal hebben laten liggen).